In februari klopte de federale regering de Arbeidsdeal af. Die voorziet in het ‘deconnectierecht’ voor werknemers. Dat betekent dat een werknemer het recht heeft offline te gaan en na zijn werkuren niet meer te reageren op e-mails of telefoontjes. Dat die arbeidsdeal nodig is, blijkt uit een onderzoek van HR-dienstenbedrijf Acerta bij meer dan 2.000 medewerkers. Cijfers tonen aan dat een meerderheid van de Belgen het werk mee naar huis neemt. Twee jaar geleden lag dat cijfer lager (58 procent). Bovendien geeft één op de zes aan het werk nooit te kunnen vergeten. Ook geeft één op de vijf aan de mailbox te openen tijdens vakantie of na de werkuren. Eén op vijf beantwoordt ook werktelefoontjes tijdens vakantie.
Bang van de baas
Heeft corona en thuiswerken hier een invloed op? Jochen Bessemans van Acerta Consult: “39 procent van de werknemers die altijd moeite heeft met deconnecteren ziet in thuiswerk inderdaad een versterkende factor, maar nagenoeg evenveel mensen (37 procent) zeggen dat het eigenlijk geen verschil maakt of ze nu van kantoor of van thuis werken.”
Vooral de reden waarom iemand het werk niet kan afsluiten, is van belang. “Als iemand door zijn/haar job gebeten is, is het niet fout om meer dan enkel tijdens de reguliere uren met hun werk bezig te zijn – bezig zijn met het werk geeft zin aan hun leven. Maar als iemand altijd geconnecteerd blijft uit schrik voor de baas, voor het vervolg van de carrière, onder druk van klanten, dan zit er natuurlijk wel structureel iets fout.”
Werkgevers scoren echter wel goed wat betreft het respecteren en bewaken van bereikbaarheid van zijn/haar werknemers. Gemiddeld krijgen ondernemingen hier een score van 7 op 10 voor. Leidinggevenden of managers hebben op dat vlak een voorbeeldrol in te spelen.
Vooral twintigers
Opmerkelijk is dat vooral de leeftijdsgroep van twintigers en dertigers moeite heeft met deconnecteren. Onder de twintigers geeft 82 procent aan soms of altijd moeite te hebben met het loslaten van het werk. Bij dertigers is dat 67 procent. Bij vijftigers (57 procent) en zestigers (51 procent) liggen de cijfers lager.
