Vooreerst dit: we zullen LGBTQ+ verder niet meer gebruiken. Het is een vreselijke sticker. Wij vervangen hem dus door het veel mooiere ‘regenboogmensen’. Iemand iets op tegen?
Ter zake dan. Dat 70 procent van de respondenten al in een vroeg stadium op het werk duidelijk was over de seksuele identiteit lijkt goed, maar vraagt toch kanttekeningen.
Het ging meestal over personen met een hogere opleiding, overwegend in landen met een relatief hoge ‘tolerantie’ en in bedrijven met een redelijk goed diversiteitsbeleid. De overgrote meerderheid (88 procent) was tussen 18 en 44 jaar jong.
Van de resterende 30 procent was de helft niet van plan ooit open te zijn over de identiteit.
Maar ook bij degenen die wel uit de kast kwamen, blijven er reserves. Ongeveer een kwart zegde dat ze bij gelegenheid zouden liegen, details weglaten of vragen over hun seksuele identiteit uit de weg zouden gaan.
Draait openheid goed of slecht uit? Voor 53 procent van de respondenten was het antwoord ‘professioneel neutraal’, 24 procent noemde het een ‘voordeel’ en 23 procent een ‘nadeel’. De verschillen tussen landen zijn uiteraard significant: openlijk regenboogwerker zijn, werd door 50 procent van de Australische respondenten als een professioneel voordeel gezien en door 40 procent van de Mexicanen als een nadeel.
Een belangrijke factor in dit verhaal is de opstelling van het bedrijf inzake rekrutering, opvang en alledaagse werkomgeving. Dat hadden we zelf ook kunnen verzinnen, maar dat geeft niets. Maakt u er verder werk van?
Bron: Boston Consulting Group