De stijging van het aantal uren uitzendactiviteit steeg in alle gewesten: in Vlaanderen met 10,8 procent, in Brussel met 9,3 procent en in Wallonië met 7,9 procent.
In 2011 werden 547.259 uitzendkrachten tewerkgesteld in de sector. Dit is een toename met 7,7 procent ten aanzien van 2010. Van deze 547.259 uitzendkrachten hadden er 182.516 het statuut van student. Uitgedrukt in voltijdse equivalenten betekent dit een gemiddelde tewerkstelling van 89.941 uitzendkrachten per dag ten aanzien 81.848 in 2010.
Opvallend is dat 50-plussers de weg naar uitzendkantoren vonden. 28.400 uitzendkrachten behoorden tot de categorie van 50-plussers. Ze vertegenwoordigen nu 7,5 procent van de populatie uitzendkrachten, uitgezonderd studenten, tegenover 7 procent in 2010.
Twee snelheden
De groeicijfers van 2011 verbergen een jaar met twee gezichten: in de eerste jaarhelft steeg de activiteit met 18 procent, die groei kende echter een serieuze vertraging in de tweede helft van het jaar tot 3,7 procent.
Tussen midden december en eind januari kende de uitzendsector een terugval. Die daling stopt volgens de sector echter stilaan. Voor 2012 wordt verwacht dat de sector op het huidige niveau zal stagneren.
Die stagnering blijkt ook uit het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid in februari 2012. Het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid steeg met slechts 0,02 procent in vergelijking met januari 2012. Dit evenwicht is toe te schrijven aan een ongelijke evolutie van de segmenten: het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid nam af met 0,29 procent in het arbeiderssegment, in het bediendesegment was er een toename in gepresteerde uren van 0,45 procent.
In vergelijking met de maand februari van vorig jaar liet de uitzendsector een daling met 6,94 procent optekenen. Zowel in het arbeiders- als in het bediendensegment was er een afname van de activiteit met respectievelijk 10,55 procent en 1,41 procent.