54,6 procent van de werkzoekenden zijn mannen. Het groeiend aandeel mannen volgt uit de snellere stijging van de mannelijke werkloosheid (+11,7 procent) versus de vrouwelijke (+3,9 procent). Het banenverlies in de industrie en de kleinere conjunctuurgevoeligheid van de tertiaire en quartaire sectoren verklaren de verschillen tussen mannen en vrouwen.
De vertragende economie drukt de intredekansen van jongeren en doet de jeugdwerkloosheid stijgen met 13,5 procent. Iets meer dan een vijfde (21,1 procent) van de werkzoekenden is jonger dan 25 jaar.
De 50-plussers daarentegen noteren licht lager (-0,8 procent). De daling bij ouderen is deels te wijten aan het opschuiven van de leeftijdsgrens voor activering naar 58 jaar.
De vrij ingeschreven werkzoekenden kennen de grootste jaar-op-jaar stijging (+15,3 procent). Deze groep omvat onder meer herintreders, werknemers in vooropzeg die tijdens de opzeg niet moeten werken en migranten die niet in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering of leefloon.
De provincie Limburg kende de grootste toename van de werkloosheid (+9,7 procent). In Vlaams-Brabant is de stijging (+6,4 procent) het laagst.
Record aantal Europeanen werkloos
In de Europese Unie steeg de werkloosheid in februari tot 10,9 procent. In de landen die de euro gebruiken, bleef de werkloosheidsgraad in februari steken op 12 procent.
Een jaar geleden bedroeg de werkloosheid in de Europese Unie 10,2 procent en in de eurozone 10,9 procent.
Ruim 26 miljoen Europeanen zijn werkloos, daarvan leven er iets meer dan 19 miljoen in de eurozone.
De lidstaten met de laagste werkloosheidscijfers zijn nog steeds Oostenrijk (4,8 procent), Duitsland (5,4 procent), Luxemburg (5,5 procent) en Nederland (6,2 procent). Met een werkloosheidsgraad van 8 procent doet België het beter dan het Europees gemiddelde.
De lidstaten met de hoogste werkloosheidsgraad zijn Griekenland, Portugal en Spanje. In deze landen is ongeveer een kwart van de beroepsbevolking werkloos.
Ook in Europa is de jeugdwerkloosheid (min-25-jarigen) hoog. 5,6 miljoen jongeren in de Europese Unie, waarvan 3,5 miljoen in de eurozone, zijn werkloos. In de Europese Unie steeg het aantal werkloze jongeren tot 23,5 procent in februari 2013. Een jaar geleden was dit nog 22,5 procent. In de eurozone steeg de jeugdwerkloosheid van 22,3 procent in februari 2012 naar 22,9 procent in februari 2013.
In Duitsland (7,7 procent), Oostenrijk (8,9 procent) en Nederland (10,4 procent) is de jeugdwerkloosheid het laagst.
Griekenland (58,4 procent), Spanje (55,7 procent), Portugal (38,2 procent) en Italië (37,8 procent) kampen met een ontzettend hoge jeugdwerkloosheid.