“Uit cijfers van 2008 blijkt dat 9,1 procent van de Vlaamse werkende bevolking tussen 18 en 60 jaar van allochtone afkomst is. In 2013 is dit aandeel zeker nog toegenomen. De ambities van de Vlaamse overheid om deze doelgroep tewerk te stellen, moeten dan ook dringend worden bijgestuurd. Een verhoging van 4 naar 10 procent dringt zich op”, zegt Ann Vermorgen, voorzitter SERV en Commissie Diversiteit.
Ook is er nood aan ambitieuze streefcijfers voor het aandeel sollicitanten uit de kansengroepen. De vooropgestelde groeiscenario’s kunnen maar gerealiseerd worden door ook bij beperkte instroom een duidelijke vertegenwoordiging van kansengroepen te voorzien in de verschillende stappen van het wervings- en selectieproces.
Betere monitoring kansengroepen
De SERV benadrukt het belang van monitoring van kansengroepen op de arbeidsmarkt. Tot nu toe werkte de Vlaamse overheid met een systeem van vrijwillige registratie van de nationaliteit van het personeelslid, de ouders en de grootouders. Uit een test van de dienst Emancipatiezaken van de Vlaamse overheid met anonieme en geautomatiseerde telling van personeelsleden van allochtone afkomst blijkt dat er heel wat entiteiten zijn die meer mensen van allochtone afkomst tellen dan werd aangenomen. (3,8 procent tegenover 3 procent bij vrijwillige registratie).
De SERV vraagt om het systeem van anonieme en geautomatiseerde telling te blijven verderzetten en zelfs uit te breiden naar andere kansengroepen.
Verder vragen de SERV en de Commissie Diversiteit dringend actie van de Vlaamse overheid om het reeds verlaagde streefcijfer van 3 procent voor personen met een arbeidshandicap of chronische ziekte te behalen. En stelt voor dat entiteiten die geen enkele persoon met een handicap of chronische ziekte in hun personeelsbestand hebben in 2014, moeten streven naar minimum één aanwerving uit deze groep.