Vlaanderen telt meer mannelijke (111.628) dan vrouwelijke werkzoekenden (93.863). Het snellere stijgingsritme van de mannelijke werkloosheid vergrootte de genderkloof: mannen staan nu voor 54,3 procent van de Vlaamse werkzoekenden. Een decennium terug waren er steevast meer vrouwen dan mannen werkzoekend. De crisis zorgde voor een snelle ommekeer, onder andere omdat mannen vaker werken in de conjunctuurgevoelige industrie.
Jongeren en hooggeschoolden
De jeugdwerkloosheid groeide op jaarbasis met 13,2 procent, terwijl het aantal werkzoekende 50-plussers met 1,8 procent veel minder sterk steeg.
Hoewel bijna de helft van de Vlaamse werkzoekenden (49,5 procent) laaggeschoold zijn, is de laaggeschoolde werkloosheid op jaarbasis met 5,5 procent gegroeid. Dat is trager dan de middengeschoolden (+ 12,4 procent) en de hooggeschoolden (+ 14,6 procent).
“De tragere toename van de laaggeschoolde werkzoekenden is vooral te wijten aan de wisseling van de generaties. Oudere leeftijdsgroepen die de arbeidsmarkt verlaten, hadden minder studiekansen dan de generaties die hun volgden. Het gaat dus niet om een verbetering van de arbeidsmarktkansen voor laaggeschoolde werkzoekenden. De aarzelende conjunctuur tekent zich af in de toename van de hooggeschoolde werkloosheid”, aldus de VDAB.
56,4 procent is minder dan een jaar werkzoekende, 17,9 procent tussen één en twee jaar en 25,7 procent zeer langdurig (meer dan 2 jaar). Vlaanderen telt 55.233 allochtone werkzoekenden of 26,9 procent van de geregistreerde arbeidsreserve. De allochtone werkloosheid stijgt op jaarbasis met 10 procent, de autochtone met 8,9 procent.
Bron: VDAB