Steeds meer Belgen veranderen van werkgever, uit eigen initiatief of gedwongen. Koppel daaraan dat de Belg steeds langer moet werken en jonge mensen steeds meer ervaring moeten opdoen om een carrière uit te bouwen, en je botst tegen de grenzen van het huidige Belgische verloningssysteem.
Voka pleit voor de invoering van een ‘piekloonsysteem’. In dit systeem krijgt een startende werknemer sneller een hoger loon, terwijl de werknemer die het tegen het einde van zijn carrière wat kalmer aan wil doen, dat makkelijker kan tegen een aangepast loon.
Dat moet jonge werknemers motiveren om bij verschillende werkgevers ervaring op te doen zonder loonverlies te moeten slikken. Oudere werknemers kunnen zo comfortabel langer aan de slag blijven. Nu evolueert het loon, zeker bij bedienden, volgens een stijgende loon-leeftijdscurve.
Hoe langer iemand werkt, hoe hoger het loon. Die opbouw van anciënniteit staat echter een prikkel in de weg om te veranderen van job. Terwijl extra kennis door verschillende jobervaringen net de carrière bevordert. Voka noemt dat de ‘schijnbaar gouden kooi’. Ook de eindeloopbaanproblematiek, waarbij oudere werknemers vroegtijdig de arbeidsmarkt (moeten) verlaten, is hier deels aan te wijten.
Tom Vandenbrande (van het onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving Hiva) ziet ook voor een deel dat perverse effect in van onze huidige arbeidsmarkt. “De loonevolutie stijgt bij ons meer dan in andere landen. De kloof tussen jong en oud is groot.” Maar volgens hem is het eerder cultureel dan financieel bepaald dat Belgen minder snel van werkgever veranderen. Hij twijfelt dus of het piekloonsysteem zoveel verandering in de praktijk zal teweegbrengen inzake jobmobiliteit.
Waar Vandenbrande Voka wel volledig kan volgen, is in de vaststelling dat we een zeer rigide arbeidsmarkt hebben. Al is dat een mes dat aan beide kanten snijdt. “Ook werkgevers proberen hun werknemers aan zich te binden.”
Nu blijven werknemers vaak hangen in hun job, omwille van het gemak en de zekerheid. Terwijl de instroom van nieuwe mensen met ervaring zorgt voor een frisse wind en nieuwe ideeën. Daarom pleit Voka ervoor om de lonen te koppelen aan de evolutie van de competentie. Daardoor wordt de werknemer gestimuleerd om voortdurend bij te leren.
Het idee zorgt alvast voor wenkbrauwengefrons bij de andere werkgeversfederaties. Pieter Timmermans van het VBO wenste niet te reageren. Karel Van Eetvelt van Unizo wel: hij ziet geen brood in het idee. “Ik kan Voka volgen dat de huidige arbeidsmarkt niet aangepast is aan de nieuwe ontwikkelingen. Maar jobrotatie mag geen doel op zich zijn. Overigens is het gros van de werkgevers vandaag vrij om zijn loonbeleid te bepalen, en bedrijven kijken daarbij naar de markt om concurrentieel te blijven. En we merken dat jobinhoud veel belangrijker scoort dan enkel het loon bij potentiële werknemers.”
Bron: De Morgen