Deze zomer zijn in België zowat 320.000 jongeren met een studentencontact aan de slag bij ongeveer 30.000 ondernemingen. In Vlaanderen gaat het om 180.000 jobstudenten bij 20.000 bedrijven. Met zijn allen verdienen deze jobstudenten zo’n 280 miljoen euro (gemiddeld een kleine 900 euro per student). Ongeveer een derde van de jongeren die als jobstudent tijdelijk bij een bedrijf aan de slag gaat, doet dat via een uitzendbureau. De andere jobstudenten hebben rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met het bedrijf waar ze werken: ongeveer 47.000 jobstudenten in de kleinhandel, 23.000 in de industrie, 22.000 in de horeca en 6000 in de banksector.
Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, houdt een pleidooi voor een aantal aanpassingen van de reglementering inzake studentenarbeid. De Vlaamse werkgeversorganisatie herinnert de politieke partijen aan de beloften die ze hierover hebben gedaan tijdens de afgelopen verkiezingscampagne. Het inzetten van jobstudenten is immers één van de instrumenten die bedrijven nodig hebben om de seizoenspieken en de vakantieperiodes op te vangen, zo merkt Voka op. Méér studentenarbeid is ook nuttig om de kloof tussen het onderwijs en het beroepsleven te verkleinen.
Voka ziet vier grote knelpunten in de huidige reglementering rond studentenarbeid:
Het feit dat het aantal dagen waarop men als jobstudenten kan tewerkgesteld zijn (met vermindering van RSZ-lasten) beperkt is tot 23 per jaar. Voka vraagt een optrekking van het plafond, bijvoorbeeld tot 40 per jaar, wat volgens de vereniging zowel in het belang van de studenten als de bedrijven zou zijn.
Het feit dat dit aantal arbeidsdagen waarop men tewerkgesteld is, berekend wordt zonder rekening te houden met de duur van de tewerkstelling. Deze regel werkt uiteraard in het nadeel van studenten die gedurende halve dagen als jobstudent werken en van hun werkgevers. Voka vraagt dat bij de berekening van het aantal toegelaten arbeidsdagen rekening gehouden wordt met deeltijds werk.
Het feit dat het werkgeversvoordeel dat met het statuut van ‘jobstudent’ verbonden is, in één klap wegvalt wanneer de student meer werkt dan het maximum aantal dagen (momenteel dus 23 per jaar). Daardoor worden studenten die ook tijdens het schooljaar (bijvoorbeeld tijdens weekends) werken, tijdens de vakantie veel ‘duurder’ dan de ander studenten. Voka vraagt om studenten die tijdens het schooljaar werken, ook toe te laten om tijdens de vakantie als jobstudent te werken.
De beperking van het statuut van jobstudent tot de maanden juli, augustus en september. Voka vraagt dat dit wordt uitgebreid tot de andere schoolvakanties en de weekends.