Voka formuleert ‘zware bedenkingen’: “Ten eerste is men vergeten ook afspraken te maken over de verlenging van de arbeidsloopbaan, onder meer door de afbouw van het brugpensioen. Als die koppeling niet dringend wordt gemaakt, komen we straks in een situatie terecht waarin de arbeidsloopbaan even kort blijft, maar ook nog eens om de zoveel jaar wordt onderbroken. Al te gemakkelijk wordt immers aangenomen dat als mensen maar de kans krijgen om hun loopbaan te onderbreken, ze automatisch ook langer zullen blijven werken. Dit automatisme is helemaal niet bewezen en er zijn zelfs aanwijzingen dat het tijdskrediet (met name de specifieke formules voor 50-plussers) het vervroegd afscheid nemen van de arbeidsmarkt nog versnelt.
Ten tweede lijkt het niet houdbaar om via het ouderschapsverlof en het tijdskrediet te stoppen met werken en het deeltijds werken financieel te compenseren met gelden uit de werkloosheidsverzekering, met in sommige gevallen zelfs als resultaat dat deeltijds werk even veel opbrengt als voltijds werk. Mensen moeten de verantwoordelijkheid opnemen voor de keuzes die ze zelf maken, en de overheid moet die keuzes niet via toelagen en aanmoedigingspremies in een bepaalde richting sturen.”
In de plaats van het huidige ouderschapsverlof en het tijdskrediet moet er volgens Voka een vrijwillig systeem van loopbaansparen komen. In een dergelijk systeem kunnen werknemers zelf tijd en/of geld sparen dat ze later in hun loopbaan kunnen opnemen. De loopbaanverzekering wordt gefinancierd met eigen bijdragen en niet met middelen van de sociale zekerheid.