De werkzaamheden die horen bij mannenberoepen als lasser, metaalbewerker en bouwvakker lopen een veel groter risico op robotisering dan de werkzaamheden bij vrouwenberoepen als verloskundige, tandartsassistent en pedagogisch medewerker. Bij de top 10 van mannenberoepen bedraagt het gemiddelde robotiseringspercentage 62 procent. Bij de top 10 van vrouwenberoepen is dit percentage aanzienlijk lager met een score van 38 procent . 

Typische mannenberoepen zijn vooral fysieke beroepen in de hoek van de techniek, bouw en apparatuur. Veel van deze fysieke werkzaamheden zijn vaak goed te automatiseren of kunnen op termijn door robots uitgevoerd worden. Vrouwenberoepen zijn vooral te vinden in de zorg en de dienstverlening. De werkzaamheden die bij deze mensgerichte of servicegerichte beroepen horen, zijn over het algemeen minder makkelijk te automatiseren.

Top 3 van mannenberoepen:

1. Elektronisch ingenieur (100 procent mannen) 
2. Metaalbewerker (100 procent mannen) 
3. Lasser (100 procent mannen)

Top 3 van vrouwenberoepen:

1. Medisch praktijkassistenten, zoals een tandartsassistent (97 procent vrouwen)  
2. Apothekersassistent (95 procent vrouwen)  
3. Secretaresse (94 procent vrouwen)

Jobpersonality berekende de verhouding tussen mannen en vrouwen in de beroepen op basis van de cijfers van het CBS en maakte op basis van deze analyse een top 10 met mannenberoepen en vrouwenberoepen. De robotiseringspercentages zijn afkomstig uit een onderzoek van de Universiteit van Oxford.

Bron: Jobpersonality (jobpersonality.com)