Waarom mannen vaker een bedrijfswagen krijgen

Dat mannen meer verdienen dan vrouwen, is een pijnlijke vaststelling, maar op zich helaas niets nieuws meer. Wat wel verrast, is dat vrouwen op het vlak van bedrijfswagens erg zwaar benadeeld worden, en dat dit, samen met de achterstelling op het vlak van variabel loon en andere extralegale voordelen, de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog opdrijft.

Bedrijfswagen vergroot loonkloof tot 27 procent

Het brutomaandloon van vrouwen ligt gemiddeld 20 procent lager dan dat van mannen. Maar die loonkloof wordt nog groter als bij het brutoloon het variabele loon (bonussen, commissies, premies,…) en de meest courante extralegale voordelen bijgeteld worden (maaltijdcheques, forfaitaire onkostenvergoeding, groepsverzekering en bedrijfswagen). In dat geval loopt de loonkloof tussen mannen en vrouwen op tot maar liefst 27 procent.

Dat becijferde SD Worx. De HR-dienstenverlener analyseerde meer dan 114.000 loonbrieven van bedienden, directie- en kaderleden in de privésector.

Drie kwart van alle bedrijfswagens gaat naar een man

Uit het onderzoek van SD Worx blijkt dat maar liefst 74 procent van alle bedrijfswagens naar een man gaat. Niet verrassend is dan weer dat die wagens vooral naar hogere functieniveaus gaan. Van de mannelijke directie- en hogere kaderleden heeft 88 procent een bedrijfswagen, bij de vrouwen ligt dat percentage iets lager (81 procent).

Het valt op dat de kloof groter wordt naarmate het functieniveau daalt. Enkele opvallende vaststellingen:

  • Het mannelijke middenkader heeft in 77 procent van de gevallen een auto van het werk, bij hun vrouwelijke collega’s is dat slechts 66 procent.
  • Meer dan de helft (56 procent) van het mannelijke lager kader rijdt met een bedrijfswagen rond, bij het vrouwelijke lager kader slinkt dat cijfer tot 34 procent.
  • Bij de bedienden heeft 27 procent van de mannen een bedrijfswagen, tegenover amper 7 procent van de vrouwen.

Oorzaak 1: minder topposities voor vrouwen

De belangrijkste factor die het verschil verklaart, zijn de financieel minder gunstige arbeidsmarktposities waarin vrouwen meestal werken. Vrouwen staan doorgaans minder hoog op de hiërarchische ladder. Anno 2015 kan men nog steeds spreken van een glazen plafond en werken vrouwen minder vaak in posities die het hoogst beloond worden.

Oorzaak 2: meer vrouwen actief in minder goed betalende sectoren

Een andere verklaring is te vinden in de sectoren waar vele vrouwen werken. Bepaalde sectoren betalen minder goed, terwijl net die sectoren vooral vrouwen tewerkstellen, zoals kledingzaken.

Het verschil in de sector handel, bijvoorbeeld, loopt op tot 25 procent als het over het brutoloon gaat. Bekijken we het totale loonpakket, dan stijgt de kloof tot 34 procent. In de dienstensector is de kloof het kleinst: 13 procent voor brutoloon en 20 procent voor het totale loonpakket. In typisch vrouwelijke sectoren zoals gezondheidszorg, kleinhandel en onderwijs verdienen vrouwen bruto maandelijks 19 procent minder.

In deze studie werden de lonen van deeltijdse werknemers bovendien verrekend naar voltijds. Dat mannen veel sneller een bedrijfswagen krijgen, valt dus niet te verklaren doordat vrouwen vaker deeltijds werken.

Oorzaak 3: vrouwen minder gewaardeerd voor gelijke inspanning

Naast deze twee feitelijke factoren, zijn de loonverschillen nog altijd voor een stuk toe te wijzen aan waardering. Nog altijd krijgen vrouwen op een aantal aspecten minder geldelijke waardering voor een gelijke inspanning of een gelijkwaardig arbeidsmarktkenmerk zoals diploma, ervaring, anciënniteit of leeftijd. Binnen hetzelfde functieniveau krijgen vrouwen nog altijd een lager inkomen dan mannen.

Wel valt op dat het loonverschil verkleint naarmate het functieniveau stijgt: het brutomaandloon van vrouwen in directiefuncties ligt gemiddeld 11,51 procent lager dan dat van hun mannelijke collega’s. Als je er het variabele loon en enkele extralegale voordelen bijtelt, klimt het verschil naar 14 procent.

Oost-Vlaanderen scoort het slechtst

De loonkloof is het grootst in Oost-Vlaanderen (25,49 procent verschil in brutoloon), terwijl die in Luxemburg het kleinst is (15,65 procent). In Vlaanderen en Wallonië liggen de verschillen in brutoloon in dezelfde lijn (respectievelijk 20,36 procent en 22,16 procent), terwijl het verschil in Brussel beduidend lager ligt (14,71 procent).

Bron: SD Worx (sdworx.be) en Jobat (jobat.be)


Plaats hier uw vacature - neem contact op met [email protected]

Aanmelden

Als lid van HR Square hebt u ook de mogelijkheid de digitale versie alsook de archieven van het tijdschrift te raadplegen via onze website.

Ben jij klaar om helemaal mee te zijn in de wereld van HR? HR Square Nieuwsbrief brengt je tweewekelijks een overzicht van de belangrijkste feiten, trends en gebeurtenissen in HR-land.

Bovendien krijg je een handige lijst van must-attend HR-events, zodat je niets hoeft te missen.

Gratis in je mailbox. Het enige wat je hoeft te doen is je registreren!