Volgens Schlamp is het belangrijk om een microperspectief (het gedrag van werknemers ten opzichte van vrouwen) en een macroperspectief (de organisatiestructuur) te hanteren om de ondervertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies beter te begrijpen.
Om de micro-uitdagingen van vrouwelijke managers te testen, registreerde Schlamp de interactie tussen teams van managers en werknemers tijdens een routine één-op-één-gesprek op de werkplek. Na afloop codeerde ze elke interactie die de manager en de werknemer vertoonden, bijvoorbeeld onderbrekingen, vragen, niet-ondersteunende uitspraken en actief luisteren. Deze gegevens leverden informatie op over het feitelijke gedrag van vrouwelijke versus mannelijke leiders, en hoe werknemers op dat gedrag reageerden.
De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de lagere waardering van vrouwelijke (in vergelijking met mannelijke) managers door hun werknemers niet het gevolg is van het feit dat vrouwen aarzelen om leiderschapsgedrag te vertonen. Vrouwelijke managers vertonen in feite hetzelfde gedrag als mannelijke managers. Daarom zouden leiderschapstrainingen er niet op gericht moeten zijn om vrouwen te leren hoe ze zich meer ‘als leider’ moeten gedragen, maar op de bewustwording van alle werknemers van de manier waarop ze managers bekijken op basis van de demografische kenmerken van de manager. De bevindingen van deze studie kunnen door mensen uit de praktijk worden gebruikt om opleidings- en ontwikkelingsprogramma’s voor organisaties te heroverwegen en te verfijnen.
Als een plant niet groeit, check dan de omgeving, niet de plant
Om de macro-uitdagingen beter te begrijpen, voerde Schlamp online scenariostudies uit om inzicht te krijgen in de voorkeuren van mensen voor hoge versus vlakke hiërarchische organisaties. Hoge hiërarchische organisaties worden gekenmerkt door een cultuur van concurrentie, macht en salarisverschillen, terwijl vlakke hiërarchische organisaties worden gekenmerkt door horizontale samenwerking, ondersteuning en gedeelde besluitvorming. De resultaten van haar onderzoek tonen aan dat ten eerste zowel mannen als vrouwen de voorkeur geven aan vlakke boven hoge organisatiestructuren. Ten tweede hebben vrouwen, in vergelijking met mannen, een grotere afkeer van hoge organisatiestructuren.
Schlamp concludeert dat hoge hiërarchische organisaties minder aantrekkelijke werkplekken zijn voor vrouwen, waardoor zij worden ontmoedigd om in dergelijke organisaties leidinggevende functies te bekleden. Hoewel het voor organisaties niet haalbaar is om hun organisatiestructuren op korte termijn volledig te veranderen, is het wel mogelijk om kleine stappen te zetten om de organisatiestructuur en -cultuur aan te passen. Zo zouden organisaties geleidelijk kunnen overstappen op plattere hiërarchieën door managementlagen te verwijderen en zich meer te richten op zelforganiserende teams.
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam.