Het zou me een waar genoegen zijn om tegen het heilige HR-huisje van de ‘functie’ te trappen, vooral omdat dit een hele kettingreactie veroorzaakt die al onze HR-praktijken op hun grondvesten doen daveren. Alle nieuwe werkmodellen ten spijt, de functie blijft nog steeds de hoeksteen van onze huidige organisatiestructuren. Logisch, want ze is gecodeerd volgens de grote principes van onze onverwoestbare piramides: de verwijzing naar de organisatiepositie (hiërarchie), een lange levensduur, de ondergeschiktheid van het individu, een expliciete afbakening van de verantwoordelijkheden, voorspelbare interacties en alle andere details die onze illusie versterken dat we onze omgeving ‘controleren’.
De pasmunt is traagheid
Op deze hoekstenen bouwen we dan ons volledige huis: we hangen er competentiemodellen aan vast, ordenen de functies volgens mate van belangrijkheid voor de organisatie, bouwen er loonmodellen rond, projecteren er performantiedoelen in en breien er carrièretrajecten aan. We schikken ons instemmend naar de wetten van de interne coherentie.
Maar we betalen er een hoge prijs voor. De pasmunt is traagheid. In tijden waar onze maatschappij zich transformeert aan de snelheid van een lustrum, klampen wij (zowel HR als de syndicale delegaties) ons nog vast aan restanten van ver vervlogen stabielere tijden. De alternatieven blijven vandaag nog wat steken op het niveau van middelgrote ondernemingen die hun wilde startersjaren pas voorbij zijn en hun bedrijf een resoluut andere koers willen laten varen in de zeeën van eenheidsworst.
Het kaartenhuis
Wie durft het aan om de onderste kaart uit het kaartenhuis te halen en werk te maken van nieuwe organisatiemodellen? Modellen waar de beweging en verandering genetisch geprogrammeerd zijn in de vorm van ‘rollen’, in afwezigheid van autoritaire hiërarchie, in zelfsturing én in de aanvaarding dat er op sommige momenten geen eenduidige antwoorden kunnen zijn…