Stan De Spiegelaere (voormalig onderzoeker aan het HIVA – KU Leuven en momenteel onderzoeker aan het Europees Vakbondsinstituut): “Zowel in het beleid als in de HR-praktijk wordt er tegenwoordig veel aandacht besteed aan de motivatie van werknemers en hun bijdrage bij innovatie. Autonomie speelt daarin een belangrijke rol. Maar er zijn verschillende soorten autonomie. Werknemers kunnen autonoom zijn in hun werk zelf (hoe ze het werk doen), maar ook over de arbeidstijd (wanneer ze het werk doen) of over de werkplaats (waar ze het werk doen). In de beleidsdiscussie over werkbaar werk wordt vooral op dat laatste gefocust. Ons onderzoek toont echter aan dat de eerste vorm van autonomie absoluut de belangrijkste is.”
Het onderzoek
Het onderzoek werd recentelijk gepubliceerd in het tijdschrift ‘Human Factors and Ergonomics in Manufacturing & Service Industries’ en is gebaseerd op surveyresultaten van 927 werknemers uitgevoerd in het door het IWT gefinancierde VIGOR-onderzoek. In die studie werd gekeken naar de relatie tussen verschillende vormen van autonomie met zowel het engagement van werknemers, als hun bijdrage tot innovatie in een bedrijf (innovatief werkgedrag). Uit de resultaten blijkt dat deze vormen van autonomie vaak samen voorkomen, maar dat het verschil gemaakt wordt door de autonomie in het werk zelf.
Pleidooi voor flexibele uren tegengesproken
Maar hoe verklaren we dan alle hoera-berichten over de moderne werknemer, en de deugden van thuiswerk en flexibele werkuren? De Spiegelaere: “Als je werknemers met en zonder flexibele werkuren vergelijkt, zal je zien dat deze met flexibele uren meer engagement voor hun werk tonen, maar dat is enkel omdat werknemers met flexibele uren ook meer autonomie hebben over hun werkmethode. Hetzelfde geldt voor thuiswerk. Flexibele uren geven zonder dat er gewerkt wordt aan de autonomie over de werkmethode maakt geen verschil. Andere studies houden hier zeer weinig rekening mee.”
Huidige discussie dreigt doel te missen
Deze studie toont aan dat de huidige discussie over ‘werkbaar en wendbaar werk’ haar doel dreigt te missen. Tot op heden gaat de discussie vooral over de aanpassing van de arbeidsregels rond werktijd: 45 urenweek, experimenten met plaats- en tijdsonafhankelijk werk, …
De Spiegelaere concludeert: “De voorstellen uit de ‘werkbaar en wendbaar werk’-koker zijn gericht op arbeidsvoorwaarden, terwijl de arbeidsinhoud het échte verschil maakt voor het engagement van werknemers.”
De volledige studie: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/hfm.20666/abstract
Bron: Persbericht Stan De Spiegelaere