Althans, dat besluit de kersverse Manpower Barometer. Na uitzuivering van de seizoenvariaties strandt de nettotewerkstellingsprognose – of het verschil tussen het percentage werkgevers dat medewerkers zal aanwerven en het percentage dat personeel zal ontslaan – op een voorzichtig positief resultaat van +2, een stagnatie voor het derde opeenvolgende kwartaal. Toch is dat een positiever resultaat (plus 3 procentpunten), vergeleken met het derde kwartaal van 2014.
“In tegenstelling tot andere indicatoren, wijzen de resultaten van onze studie nog niet op een groeiend vertrouwen bij de werkgevers”, stelt Philippe Lacroix, managing director van ManpowerGroup BeLux. “Net als de twee vorige kwartalen, blijft de nettotewerkstellingsprognose heel bescheiden (+2). De groeicijfers in de interim-arbeid van de voorbije maanden vertaalde zich niet in contracten van onbepaalde duur. Wanneer de kentering er dan wel komt, blijft koffiedik kijken.”
De werkgevers uit de meeste bevraagde sectoren blijven terughoudend en wachten wellicht op een meer constante groei vooraleer ze opnieuw extra medewerkers zullen aanwerven (de interim-contracten omzetten in vaste contracten). Het wegvallen van de proefperiode naar aanleiding van het nieuwe eenheidsstatuut arbeiders/bedienden is daarbij zeker en vast een extra remmende factor.
Brusselse werkgevers opnieuw meest optimistisch
Brussel voorspelt voor het vijfde opeenvolgende kwartaal de meest optimistische tewerkstellingskansen (+4). Een score die vrij stabiel blijft vergeleken op jaar- en kwartaalbasis. In de twee andere gewesten blijven de aanwervingen echter steken op een lager peil (+2 in Vlaanderen en Wallonië). In het noorden van het land is 95% van de bevraagde werkgevers niet van plan medewerkers aan te werven, noch te ontslaan de komende drie maanden.
Toch stijgt de nettotewerkstellingsprognose er met 2 procentpunten ten opzichte van vorig kwartaal en met 7 punten in vergelijking met het derde kwartaal 2014. In het zuiden van het land blijft de prognose relatief stabiel vergeleken met vorig kwartaal. Dat is een toename met 2 procentpunten ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Zes op de tien sectoren verwachten groei
De tewerkstellingsvooruitzichten voor het volgende kwartaal zijn positief in zes op de tien bevraagde sectoren. Twee sectoren nemen de leiding (elk met +5): de Maakindustrie en de Openbare diensten/onderwijs/ gezondheidszorg/ maatschappelijke dienstverlening. Ook bij de Financiële instellingen/verzekeringen/vastgoed/diensten aan bedrijven zijn de werkgevers matig positief (+3). Minder optimistische, maar nog steeds positieve geluiden zijn te horen in de sectoren Elektriciteit, gas en water, Horeca en in Transport, logistiek en communicatie (alle drie +1).
In de volgende vier sectoren daarentegen schatten de werkgevers de kans dat ze medewerkers zullen aanwerven negatief in: de Bouwsector (-2, voor het derde kwartaal op de vier negatief); de Landbouw/jacht/bosbouw en visserij (-4, voor het zesde kwartaal op rij in het rood); de Groot- en kleinhandel (-4, het zwakste resultaat sinds het tweede kwartaal van 2013) en de sector Winning van delfstoffen (-4, het zwakste resultaat sinds het derde kwartaal van 2013).
De nettotewerkstellingsprognose daalt in vijf sectoren ten opzichte van vorig kwartaal en stijgt in vier sectoren. Dat is vergelijkbaar met de evolutie in het derde kwartaal van 2014.
Kmo’s de grootste optimisten
De werkgevers van de vier bedrijfscategorieën (ingedeeld volgens het aantal werknemers) hebben positieve vooruitzichten voor het derde kwartaal 2015. De kleine (10-49 werknemers) en de middelgrote bedrijven (50-249 werknemers) zijn het meest optimistisch met respectievelijke nettotewerkstellingsprognoses van +11 en +9. De werkgevers van de grote ondernemingen (vanaf 250 werknemers) drukken zich voorzichtiger uit (+6), terwijl de tewerkstelling bij de microbedrijven (minder dan 10 werknemers) zo goed als stabiel blijft (+1).
Bron: Manpower (manpower.be)