Het is verboden iemand bij aanwerving te discrimineren wegens een ‘vreemde naam’. Unia stelde zich burgerlijke partij in de rechtszaak van een sollicitant met Oost-Europese wortels die zich gediscrimineerd voelde door een ambulancebedrijf. De correctionele rechtbank in Gent gaf de sollicitant gelijk en veroordeelde het ambulancebedrijf en de zaakvoerster tot een effectieve geldboete van 4.000 euro.
“De beklaagde maakte zich schuldig aan discriminatie bij de aanwerving van personeel door lukraak en vooringenomen mensen van vreemde afkomst uit te sluiten van de selectieprocedure”, oordeelde de rechtbank. “Diversiteit op het werk is nochtans cruciaal in een democratische maatschappij. Dit bereik je alleen met een correcte aanwervingsprocedure die screent op competenties en niet vertrekt van stereotypering, racisme en uitsluiting van bepaalde mensen of groepen van mensen. Het gedrag van de beklaagde getuigt van een asociale ingesteldheid en kan niet door de beugel.”
Op 4 december 2019 had een persoon via de website van de VDAB zijn cv gestuurd naar het ambulancebedrijf, dat een chauffeur voor ziekenvervoer zocht. De sollicitant had de Belgische nationaliteit maar zijn familienaam en geboorteplaats, vermeld in het cv, gaven aan dat hij van Oost-Europese afkomst was. De zaakvoerster dacht dat ze een antwoord stuurde naar een medewerker van de VDAB, maar in de praktijk belandde haar reactie bij de sollicitant: “Vreemdeling, 22 jaar, géén ervaring, dus onnodig mij dit door te sturen. Geen vreemdelingen, geen mensen zonder ervaring en geen vrouwen met jonge kinderen, dat is op voorhand gedoemd om te mislukken.”
De persoon had echter wel degelijk ervaring. Hij volgde een opleiding autotechniek en werkte jaren als mecanicien en koerier. Ondertussen is hij chauffeur bij een vervoersbedrijf. Toen hij bij het ambulancebedrijf solliciteerde, waren er daar diverse werkaanbiedingen, ook voor chauffeurs die nog geen ervaring hadden en die intern zouden worden opgeleid.
Erger kan het niet, denken wij. Misschien moet de vergunning van dat bedrijf geschorst worden tot de zaakvoerster een heilzame en doeltreffende behandeling in een heropvoedingsgesticht heeft doorlopen? (Grapje)
Maar goed, deze zaak is exemplarisch. Volgens Unia-directeur Els Keytsman was er op basis van de Antiracismewet uit 1981 nog maar één strafrechtelijke veroordeling geweest van een werkgever die opzettelijk discrimineerde op grond van origine. De organisatie zal nu de persoon en zijn vakbond (ABVV Oost-Vlaanderen) bijstaan om in een burgerlijke procedure voor de arbeidsrechtbank ook een schadevergoeding te verkrijgen van zes maanden brutoloon.
Unia informeerde het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen omdat de zaakvoerster ook ‘geen vrouwen met jonge kinderen’ als kandidaat wilde. Het Instituut stelde een stakingsvordering in om de discriminatie op basis van geslacht en moederschap te doen phouden. Die zaak is hangende. We kijken uit naar de uitkomst…
Bron: Unia