De Europese lidstaten met de laagste werkloosheidsgraad zijn Oostenrijk (4,5 procent), Luxemburg (5,2 procent), Nederland (5,3 procent) en Duitsland (5,5 procent).
In Spanje (25,1 procent) en Griekenland (24,4 procent) ligt de werkloosheidsgraad het hoogst.
In vergelijking met vorig jaar, steeg de werkloosheid in 20 lidstaten, daalde ze in zes lidstaten en bleef ze stabiel in het Verenigd Koninkrijk.
De werkloosheidsgraad daalde het meest in Estland, Litouwen en Letland. In Griekenland, Cyprus, Portugal en Spanje is de werkloosheidsgraad het sterkste gestegen in vergelijking met een jaar geleden.
De jeugdwerkloosheid blijft zowel in de eurozone (22,8 procent), als in de Europese Unie (22,7 procent) onrustwekkend hoog. Ook hier is er sprake van een forse stijging in vergelijking met een jaar geleden.
De lidstaten met de laagste jeugdwerkloosheid zijn Duitsland (8,1 procent), Nederland (9,4 procent) en Oostenrijk (9,7 procent). Griekenland (55,4 procent) en Spanje (52,9 procent) kennen de hoogste jeugdwerkloosheidsgraad.