“Tot vorig jaar werden werkzoekenden die als uitzendkracht aan de slag gingen onmiddellijk uitgeschreven, nu verdwijnen ze pas uit de werkzoekendencijfers wanneer ze op de laatste dag van de maand minstens 10 dagen als uitzendkracht gewerkt hebben. Dit tekent zich onvermijdelijk af in het Vlaamse werkzoekendencijfer: het wordt daardoor met 5000 à 7000 eenheden omhoog gestuurd.”
Een tweede aanpassing volgt uit de nieuwe regeling voor schoolverlaters: de notie ‘Jongeren in wachttijd’ verdwijnt en wordt vervangen door ‘Beroepsinschakelingstijd’. Deze duurt 1 jaar. Daardoor zullen de meeste werkzoekende schoolverlaters langer moeten wachten op hun eerste uitkering en verschuiven ze dus later naar de categorie ‘werkzoekenden met een uitkeringsaanvraag’.
De jeugdwerkloosheid stijgt op jaarbasis in januari met 2,1 procent. Vorige maand was er nog een daling jaar-op-jaar van 4,7 procent. Deze snelle omslag is het gevolg van de tragere uitschrijving van startende uitzendkrachten, maar ook van de conjunctuurvertraging. De jongeren zijn immers oververtegenwoordigd bij de startende uitzendkrachten en bovendien voelen jongeren die op zoek zijn naar een (eerste) baan als eerste de effecten van een economische terugval.
De middenleeftijdsgroep noteert licht hoger dan een jaar geleden (+0,6 procent). De werkzoekende 50-plussers registreren een daling op jaarbasis met -1,8 procent. Opvallend is dat de leeftijdstranche 50 tot 55 het goed doet met een daling op jaarbasis van -6,5 procent. De oudste leeftijdsgroepen noteren daarentegen hoger (55 tot 60 jaar +1,6 procent, 60-plussers +18,3 procent). Een kwart van de werkzoekenden is ouder dan 50 jaar.
De kortdurige werkloosheid reageert zoals steeds uitgesproken op de conjunctuur en verdisconteert ook de wijziging in de uitschrijving van startende uitzendkrachten. In januari stijgt de kortdurige werkloosheid (< 1 jaar) op jaarbasis met 2,7 procent. De groep die één tot twee jaar werkzoekend is, krimpt met 6,5 procent en de zeer langdurig werkzoekenden – langer dan twee jaar werkloos – zakt met 0,5 procent.