In het eerste kwartaal van 2021 was telewerk verplicht voor wie het mogelijk was. In die periode werkten werknemers – wiens job telewerken toelaat – gemiddeld 65 procent van de dagen (3,3 dagen) van hun werktijd van thuis uit. Ruim de helft van de werknemers (53 procent) werkte vier van de vijf dagen of meer van thuis uit.
Als de bevraagde werknemers zelf zouden mogen kiezen zouden ze in normale tijden gemiddeld 48 procent van hun tijd van thuis uit willen werken (2,4 dagen per week). Zo blijkt uit een bevraging van HR-dienstenverlener Securex bij representatieve steekproef van 1.512 werknemers.
Relatie telewerk en burn-out
Er is geen relatie tussen de hoeveelheid telewerk en het risico op burn-out. Wel hebben werknemers die minder vaak mogen telewerken dan ze zouden willen een verhoogd risico op burn-out.
In 2019 liepen werknemers gemiddeld nog een risico van 8 procent op een burn-out. Voor wie de hoeveelheid telewerk begin 2021 afgestemd was op het aantal dagen dat ze willen, is dat risico ongeveer gelijk gebleven. Wie echter minder mocht telewerken dan ze zouden willen, liep de helft méér risico (12 procent, of 44 procent hoger dan het gemiddelde risico) op burn-out. Hoe groter de kloof tussen de gewenste hoeveelheid en de effectieve hoeveelheid telewerk, hoe groter het risico.
In de bevraagde periode tussen 1 januari en 1 april 2021 was telewerk verplicht voor wie het kon. 25 procent werkte toen evenveel van thuis uit als ze zouden willen, en 17 procent werkte minder vanop afstand dan gewenst. Die laatste groep liep dus een hoger risico op burn-out.
In diezelfde periode telewerkte 58 procent van de werknemers meer dan ze zouden willen: zij liepen verbazend genoeg een lager risico (-36 procent) op burn-out.