De meerderheid van de werknemers (65,7 procent) is minder dan een uur onderweg voor de verplaatsing van en naar het werk. Bijna een kwart (23,8 procent) pendelt één à twee uur en ongeveer één op de tien (10,5 procent) is twee uur of langer onderweg. Tegenover de eerste meting in 2007 is dit beeld niet veranderd. Dat blijkt uit de cijfers van de Werkbaarheidsmeting 2016 van de Stichting Innovatie & Arbeid.
Vooral veel middenkaders/professionals (19,3 procent), en kader- en directieleden (17 procent) zijn twee uur of langer onderweg van en naar het werk. Bij andere beroepsgroepen is dat veel minder het geval: bij uitvoerend bedienden gaat het om 11 procent, bij geschoolde arbeiders/technici om 7,9 procent, bij kortgeschoolde arbeiders om 5 procent, bij onderwijskrachten om 8,5 procent en bij zorgmedewerkers om 3,7 procent.
De sectoren met het grootste aandeel werknemers die twee uur of langer pendelen, zijn de financiële sector (24,2 procent), de openbare diensten (17,5 procent) en de zakelijke diensten (16,9 procent).
In de sectoren horeca (56,3 procent), textiel en confectie (51,7 procent) en de groot- en kleinhandel (43,6 procent) werken het grootste aandeel werknemers kort bij huis met een pendeltijd van minder dan een half uur.
Werk-privébalans niet in evenwicht bij één op de vijf lange pendelaars
Hoe langer de pendeltijd voor werknemers, hoe groter de kans op (problematische) werkstress, motivatieproblemen en een onevenwichtige werk-privébalans.
Bij werknemers die twee uur of langer onderweg zijn, is het aandeel dat problemen heeft om werk en privé in evenwicht te houden, ongeveer dubbel zo groot (19,3 procent) dan bij werknemers die niet lang hoeven te pendelen. Voor werkstress zien we een toename van 10,6 procentpunt: van 32,2 procent bij werknemers die minder dan een uur pendelen tot 42,8 procent bij werknemers die twee uur of langer pendelen. Voor motivatieproblemen is het verschil beperkt.
De Vlaamse Werkbaarheidsmonitor is een initiatief van de Vlaamse sociale partners en werd ontwikkeld door de Stichting Innovatie & Arbeid.
Bron: SERV (serv.be)