Dat blijkt uit de jaarlijkse bevraging ‘NV België’ door HR-dienstverlener SD Worx bij 2500 Belgische werknemers in de private en publieke sector. Er is een duidelijk lineair verband tussen de pendeltijd en de mate waarin men overweegt van werk te veranderen. Van de werknemers die minder dan 45 minuten pendelen (heen en terug), is 17,2 procent op zoek naar een andere werkgever.
Dat percentage stijgt tot 20,9 procent voor wie tussen de drie kwartier en 2 uur op weg is. Bijna een kwart (24,2 procent) van wie meer dan 2 uur onderweg is, overweegt een nieuwe job.
Langer dan 2 uur onderweg, toch tevreden
Hoe korter de pendeltijd, hoe groter de tevredenheid van de werknemer: 80,5 procent van de pendelaars die minder dan 45 minuten onderweg zijn, is over het algemeen tevreden met zijn werk. Dat percentage daalt tot 75,9 procent voor wie tussen de 45 en 120 minuten onderweg is. De tevredenheid stijgt dan weer tot 80,1 procent voor werknemers die meer dan 2 uur onderweg zijn.
Dezelfde trend is er voor de work-life balance: 84,4 procent van werknemers die tot 45 minuten onderweg zijn, zegt hun werk en privéleven goed te kunnen combineren. Dit zakt tot 80 procent voor wie tussen de 45 en 120 minuten onderweg is. Van de werknemers die meer dan 2 uur pendelen, vindt dan weer 84,2 procent dat ze een goede balans hebben tussen hun werk en privéleven.
“Een mogelijke verklaring is dat wie langer onderweg is naar het werk, en in de meeste gevallen dus ook verder woont, wellicht vaker de mogelijkheid heeft om te telewerken. Uit onze cijfers blijkt alvast dat 42,2 procent van wie meer dan 2 uur pendelt inderdaad kan telewerken. Dit wordt gehalveerd tot 20,1 procent voor wie tussen de 45 en 120 minuten onderweg is en krimpt tot 12,3 procent voor wie minder dan 45 minuten pendelt. Daarnaast kun je redeneren dat wie geen probleem heeft met een langere pendeltijd, iets wat je vooraf weet als je voor een job kiest, vanzelf meer tevreden en geëngageerd is”, verklaart Jan Laurijssen, managing consultant bij SD Worx.
Mobiliteitsbudget biedt meer flexibiliteit
Naast tijds- en plaatsonafhankelijk werken aanbieden, voor zover de aard van de arbeid dat toelaat, kan de werkgever nog meer flexibiliteit inbouwen om in te spelen op de specifieke mobiliteitsnoden van zijn werknemers en tegelijkertijd de tevredenheid en het engagement te verhogen.
“Met een multimodaal mobiliteitsbudget kunnen werknemers mobiliteitskeuzes maken die het best bij hun specifieke pendelsituatie passen. Bijvoorbeeld de bedrijfswagen laten staan en in plaats daarvan een abonnement voor het openbaar vervoer nemen of investeren in een snelle elektrische fiets. Of een kleinere bedrijfswagen kiezen en het resterend budget besteden aan een plooifiets, om de laatste kilometers naar het werk af te leggen. Dit kan budgetneutraal ingevoerd worden, dus zonder extra kosten, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer”, legt Veerle Michiels uit, juridisch adviseur en mobiliteitsexpert bij SD Worx.
Gemiddeld 37 kilometer pendelen
Volgens dit onderzoek legt de Belg gemiddeld 37 kilometer af naar en van het werk. Daar wordt net iets meer dan een uur over gedaan (62 minuten). Sinds dit onderzoek in 2009 startte, bleven deze cijfers relatief stabiel.
De meerderheid (47 procent) pendelt minder dan drie kwartier, 38 procent doet er tussen de drie kwartier en 2 uur over, 15 procent is langer dan 2 uur onderweg.
West-Vlamingen meest honkvast
Steken werknemers vaak de provinciegrens over om te werken? West-Vlamingen in elk geval het minst van alle Belgen: 91,4 procent woont en werkt in West-Vlaanderen. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest scoort hier hoog, met 89,1 procent, Antwerpen staat op de derde plaats met 87,9 procent die in de eigen provincie werkt.
Inwoners van Waals-Brabant blijven het minst in de eigen provincie (57,5 procent), gevolgd door Namen (61,4 procent) en Vlaams-Brabant (63,8 procent).
Bron: SD Worx (sdworx.com)