In het onderzoek van het psychologiedepartement van de University of Exeter kregen managers een fictief prestatieverslag van een dierenarts-chirurg. Iedereen kreeg hetzelfde verslag, alleen de naam van de dierenarts was de ene keer Mark, de andere keer Elizabeth. Aan de managers werd gevraagd de competenties en prestaties van de dierenarts te beoordelen en een salarisvoorstel te doen.
Wat bleek? Het merendeel van de managers vonden de mannelijke dierenarts competenter dan de vrouwelijke en stelden een loon voor dat gemiddeld 8 procent hoger was. Meer zelfs, managers die ervan overtuigd waren dat er geen sprake meer is van genderdiscriminatie op de werkvloer stelden een hoger loon voor aan de mannelijke dierenarts. Managers die denken dat genderongelijkheid nog steeds bestaat, adviseren de man en de vrouw min of meer hetzelfde loon te geven.
Voorts bleek dat 44,5 procent van de managers gelooft dat vrouwen niet meer gediscrimineerd worden. Van die groep was 61 procent man. Toch merken de onderzoekers op dat ook vrouwelijke managers hun vrouwelijke collega’s onderwaarderen.
Vier op tien managers geloven dat vrouwen nog steeds gediscrimineerd worden op de werkvloer.
Omdat de vrouwelijke dierenarts als minder competent werd gezien, waren managers ook minder geneigd om haar meer managementtaken te geven of haar te stimuleren in te gaan op een promotie.