Vroeger was het eenvoudig. Toen bestond er een lijst met specifieke beroepen, zoals brandweerman of spoedverpleegster, maar die is afgeschaft. In plaats daarvan raakten werkgevers en vakbonden het vorig jaar eens over vier basiscriteria: de fysieke zwaarte van de job, de mentale of emotionele druk, het veiligheidsrisico en de werkorganisatie.
Het voorstel
Sindsdien zit het overleg echter in het slop. De vakbonden en de werkgevers zijn het fundamenteel oneens over de concrete uitwerking van de criteria voor een zwaar beroep. De vakbonden willen die zo breed mogelijk invullen, de werkgevers zo beperkt mogelijk. Dat wringt. Want hoeveel stress moet iemand ervaren om van een gezondheidsrisico te spreken? Hoelang? En maakt het uit op welke leeftijd?
In het Nationaal Pensioencomité hebben de vakbonden ACV, ACLVB en ABVV voor het eerst hun voorstel voor de zware beroepen voorgelegd aan de werkgevers. Bedoeling is dat de carrière van elke werknemer in een Excel-bestand wordt gegoten. Daarin staan de vier eerder bepaalde basiscriteria waaraan een job moet voldoen om als zwaar te worden bestempeld. Zij worden onderverdeeld in 22 criteria, die op hun beurt nog eens worden uitgerafeld in bijna 100 deelcriteria.
Administratieve last
Het basiscriterium ‘veiligheidsrisico’ valt bijvoorbeeld uiteen in acht criteria: hoogtewerk, ondergronds werk, werk onder water, werk in publiek transport, werk met vuur, werk met nationale risico’s (zoals nucleaire veiligheid), werk in isolatie en werk onder grote alertheid.
Een trucker valt onder de categorie ‘veiligheidsrisico’ vanwege het criterium ‘hoogtewerk’ en het deelcriterium ‘laden en lossen in de hoogte’. Hij valt ook onder de categorie ‘werkorganisatie’ vanwege het shiftensysteem waarin hij meedraait.
De vakbonden menen dat de administratieve last niet zal toenemen voor werkgevers. Zij houden die gegevens immers nu ook al bij in het kader van de arbeidsregels. “De uitdaging is enkel om die versnipperde gegevens te verzamelen”, klinkt het.
Werkgeversorganisatie Unizo ziet dat anders. “Wij denken eerder aan een paar criteria waar een zeer beperkte groep onder valt, zodat zij een substantieel voordeel krijgen. In dit voorstel zullen veel mensen onder het systeem vallen. Gaan we hen dan gewoon wat borrelnootjes geven?”, vraagt Caroline Deiteren van Unizo zich af.
Unizo vreest dat de administratieve last bovendien toch omhoog zal gaan. “Het klopt dat bedrijven veel informatie bijhouden in het kader van risicoanalyses en preventie. Maar het zal niet eenvoudig zijn om die allemaal door te geven.”
Deadline: begin 2018
Ook het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) is niet erg te spreken over het gezamenlijke voorstel voor de zware beroepen. “Van vier ‘mogelijke’ criteria gaan naar een lijst met honderd (deel)criteria en daarbij meteen een budgetverhoging vragen, is niet ernstig”, reageert Bart Buysse, directeur-generaal van de werkgeversorganisatie. Hij pleit ervoor om bij het kader te blijven dat eerder werd afgesproken en de pensioenhervorming niet uit te hollen.
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) onthoudt zich van commentaar. “Ik hoop dat de sociale partners hier onderling uitkomen”, zegt hij. “Indien dat niet lukt, zal ik mijn verantwoordelijkheid nemen met een eigen voorstel.” Het akkoord moet volgens Bacquelaine begin 2018 rond zijn.
Bron: De Morgen (demorgen.be)