Workaholics werken niet omdat zij zoveel plezier hebben in het werk, maar omdat zij het gevoel hebben dat ze dat ‘moeten’ doen en omdat het niet genoeg is. Workaholics werken tot laat, denken (obsessief) veel aan werk, ook als zij niet aan het werk zijn en doen veel meer dan er door de omgeving wordt verwacht.
Wat
Workaholisme wordt gedefinieerd als ‘een onweerstaanbare innerlijke drang om overmatig hard te werken’. Deze definitie staat tegenover engagement, waarbij iemand echt plezier heeft in zijn werk. Naar schatting zou tien procent van de mensen neigen naar workaholisme.
Uit het onderzoek blijkt dat workaholisme net zoveel voorkomt onder mannen als vrouwen. Het is iets van alle leeftijden en er is geen onderscheid als je in loondienst bent of niet.
De sector waarin of het beroep maakt wel een verschil. Workaholisme blijkt het hoogst in de landbouw, bouw, communicatie, consultancy en in de handel. Het ligt het laagst in de dienstverlening, wetshandhaving, medische- en sociale sector en bij overheidsdiensten.
Managers en hogere professionals scoren het hoogst op workaholisme, verpleegkundigen, paramedici en hulpverleners het laagst.
Burn-out
Workaholics lijden op verschillende manieren: Ze slapen slechter en hebben psychosomatische klachten. Maar ook hun omgeving heeft er last van: collega’s van het perfectionisme en gezinsleden klagen dat ze de persoon nauwelijks zien. Toch zijn er ook positieve effecten: mensen maken sneller carrière en verdienen meer geld.
Ook voor werkgevers zijn er gevolgen van workaholisme: Mensen raken uitgeput en belanden in een burn-out. Bovendien is het maar de vraag hoeveel de productiviteit stijgt wanneer mensen extreem veel werken. Vaak verzanden deze mensen in details die veel beter door iemand anders uitgevoerd hadden kunnen worden.
“Workaholisme is een combinatie van de aard van het beestje en de omgeving waar hij in zit. Je kunt best dwangmatig zijn, maar in een normale omgeving is dat geen probleem. En je kunt best in een omgeving werken met hoge taakeisen, als je maar niet dwangmatig bent. Vergelijk het met iemand die aanleg heeft om depressief te worden. Dat kan heel lang goed gaan, tot er een dierbare overlijdt. De combinatie vormt een probleem”, aldus de onderzoekers.
Bron: P&O Actueel