De nieuwe studentenwetgeving die sinds het begin van dit jaar van kracht is, lijkt er op het eerste gezicht in te slagen de voedingsbodem voor zwartwerk bij studenten af te kalven. Dat blijkt uit de jaarlijkse studentenstudie van HR-dienstverlener Randstad bij 1000 studenten. Of deze daling structureel is, zal bij de volgende peilingen moeten blijken.
Een andere opmerkelijke vaststelling is dat het aantal studenten dat tijdens het schooljaar werkt, andermaal is toegenomen (54 procent vorig jaar ten opzichte van 58 procent dit jaar) en dus bijna verdubbelde sinds de eerste peiling in 2004 (30 procent). En hoewel de berichtgeving het anders laat uitschijnen, vinden de studenten zelf helemaal niet dat ze kieskeurig zijn wat het uurrooster van hun studentenjob betreft.
Nieuwe studentenwetgeving positief onthaald
Uit het onderzoek blijkt dat 1 op de 5 studenten nog niet op de hoogte is van de nieuwe wetgeving die sinds 1 januari van dit jaar van kracht is. Van degenen die wel op de hoogte zijn, is 93 procent positief over de aanpassing van 50 dagen naar 475 uur. 61 procent van de studenten is zelfs voorstander om nog meer te werken dan de 475 uren die vandaag voorzien zijn.
Jan Denys, arbeidsmarktspecialist van Randstad: “De combinatie van de terugval van het zwartwerk en de erg positieve evaluatie van de wetgeving door de studenten, wijzen erop dat de nieuwe studentenwetgeving met de uurregeling nog beter tegemoet komt aan de enorme nood aan flexibiliteit bij zowel werkgevers als studenten. De afname van het zwartwerk is ook meteen een indicatie dat er dankzij de nieuwe wetgeving meer studenten mĂ©t een studentencontract aan de slag gaan, wat de eerste cijfers ook lijken te bevestigen.”
Kieskeurig?
3 op de 4 studenten zijn naar eigen zeggen ook bereid om tijdens het weekend en ’s avonds de handen uit de mouwen te steken. 44 procent van de studenten geeft bovendien aan dat ze helemaal niet kieskeurig zijn wat de jobinhoud betreft.
Studenten kieskeurig noemen omdat ze niet ’s avonds of in het weekend willen werken, gaat dus te kort door de bocht. Ze hebben wel steeds meer keuze. En dan laten ze die keuze grotendeels afhangen van het loon dat ze met die studentenjob kunnen verdienen én zijn er voor meer dan de helft van hen ook een aantal basisvereisten naar jobinhoud toe. Als ze de keuze hebben tussen twee jobs die voldoen aan deze criteria en één van de jobs heeft een uurrooster dat hen minder past, dan is de keuze – net zoals dat het geval zou zijn bij elke andere werknemer – snel gemaakt.
Andere opmerkelijke vaststellingen:
- 16 procent van de studenten werkt niet. Ze werken niet tegen betaling, doen geen klussen en engageren zich niet als vrijwilliger.
- De detailhandel (21 procent), de horeca (19 procent) en de publieke sector en de non-profit (15 procent) doen veruit het meest een beroep op studenten.
- Familie (30 procent) is het meest doeltreffende kanaal om een studentenjob te vinden, gevolgd door de uitzendkantoren (17 procent), en de vrienden en de kennissen (16 procent).
- Studenten werken om geld te verdienen. Maar liefst 61 procent van hen geeft aan dat ze hun studentenjob totaal niet kiezen in functie van hun studies.
- Mannen verdienen met hun studentenjob per uur al gemiddeld 1 euro meer dan de vrouwen.
- De doemberichten dat vrijwilligers een uitstervend ras zouden zijn, kunnen op basis van deze peiling niet bevestigd worden. Want hoewel sinds 2004 bijna dubbel zoveel studenten werken buiten de zomerperiode, ging dat niet ten koste van hun engagementen als vrijwilliger. Dat aandeel blijft al sinds het begin van de metingen vrij stabiel op 30 procent.
Bron: Randstad (randstad.be)
Â